de tranen van de beduimelde deurkruk
hield ik voor gezien, de angelieke
verwijzingen van de kreupele kikker
voor ongehoord ik spoog appelpitjes
in de mond van het stomme zeemonster
en giechelde dat het sterrenstof op zijn
klauwen in gore angstzweetsokken in
andermans kamers het intieme parfum
van omgevouwen schaamte verwisselde
voor alle verlangens van mijn kleinste teentje
Schrijf een bericht