de kattenkoning had een blauw gezicht,
papieren schoenen en twee hoeden voor
doordeweeks donderde hij met bliksems
schichtig sliepen de vliegen liefdevol
tussen zijn duim en wijsvinger kauwden
het plezier van zijn woorden met groeiend
ongemak de onmogelijke leugens
trotserend in zijn gevangen paleis
stond de zwijgende verlossing van
elke zondag een kaarsje op ’t spel
Schrijf een bericht