hoofdstuk 3 voor het ranonkeljaar van ooteoote
luidkeels lachen de fluisterranden
aan het raam vullen de melktanden
groen over alles, overal glasgroen
walgen blauwalgen schemergroen
pareren koplopers en volgers
ontwortelde afleggers doorbreken
het huis naar onbehoren vastberaden
dansen bronstige dwarsliggers de ruimte in
landen eigenzinnig een handstand aan het plafond
morrelen uitbundig de eeuwige waarheid van leven
en vermeerdering; dan past plaatsmaken en ontruiming
slinks zal het teken des kruizes ontsnappen aan de ontwrichting
haal dan diep adem, sluit je ogen en voel het onbegrensde geheim
Schrijf een bericht