een relikwie, een slecht idee, een nachtgitaar
de lange geschiedenis van de Zwartelaan
in elkaar gezet in strenger tijden woonde
daar de machinist van de nachttrein in volle
glorie had hij vier stalen ogen en zestien
armen en vieze praatjes en altijd gelijk
in het eeuwige licht van zomeravonden
begonnen die dingen pas goed in het honderd
te lopen ik was gewend te zingen maar met
al die herrie aan mijn kop kon ik niet meer in
mijn eigen hoofd noch in andermans schoenen schiet
ik onzinnigheden uit mijn slof weer terug
Schrijf een bericht