#204

ana roelofs-gedicht 204

 

 

aan het eind van de winter was alles stenen

en zand de rekening van je bestaan ademt

zacht en nerveus ergens tussen onmisbaar en

ontheemd in staat duister de wederopstanding

van het in de steek gelaten stille lichaam

overschrijdt de vederlichte doodsengel de

grens tergt het vuur gaat onvast en onrustbarend

vermalen z’n kaken razendsnel de ruwe

diamanten en aan de rand van het ravijn ligt

het sterrenstof van z’n dromen op de daken

als ware het sneeuw vleugellam op de vlucht voor

vergetelheid kan hij niet op aarde blijven

 

 

Share Button

Schrijf een bericht

15 april 2017 Geen categorie