de winter is begonnen en mijn bloedrode
eenhoorn zingt van verdriet en eenzaamheid de tijd
van de monsters ruikt aan zijn schaduw en ik doe
alsof hij niet bestaat, zijn lijdensweg niet echt
en zijn lied geen requiem voor zomerregen,
zachte rondingen en verwachtingen ik ben
de schorpioen in de loopgraven vol kille
razernij wil ik mijn ontsnappingsroutes niet
verraden als hij verdwijnt zal ik een ander
zijn, een ander die de sneeuwwitte rillingen
van zijn sidderende, aan flarden geschoten
huid niet meer kan voelen, pervers en afgestompt
Schrijf een bericht