familieportretten worden zoutkorsten op
het dressoir slaan met oude briefgeheimen als
vleugels aan leeuwhonden als handelaren in
illusies buigen andere zielen in mijn
borst de weesclub van de doodster daargelaten
de grootgevleugelde leeuwen zwaaien rode
dirigeerstokjes als fakkels in het donker
langs het smalle geheime paadje tussen de
huizen waar de rebbe liep onder de bomen
achter het museum langs heilig en kwetsbaar
als een stille schreeuw een kille klank ontstond er
een nieuwe onzegbare vrees in de wereld